Parenteel van Thonis Willemsz
 
I.1
Thonis Willemsz, geboren 1520‑‑1540, overleden in/vr 1561. Uit het 10de penningboek van Wassenaar uit 1544 volgde: p2: Die weduwe van Henrick Gijsbrechtsz van Veen bruyckt hair woening met eyn margen.
Uit het 10de penningboek van Wassenaar uit 1553 volgde, dat Cornelis Woutersz , zoon van Wouter Jansz, land huurde van Thonis Willemsz tot Wassenaar. Zelf huurde Thonis Willemsz ook diverse stukken land in Wassenaar. Zoals: p24: huyer Thomas Willemsz bruyckt in huyer van meester Arent van Tetroe ende Hillebrant Willemsz tot Leyden zyn huys, barch, schuyer ende xvi margen lants hoech ende laech eensdeels die landen
gelegen inden Wassenaerambocht eensdeels in Voerscoeter ambocht.
Hij had ook eigendom in Wassenmaar: (p34) Noch bruyckt hy ii½ margen veen lant zyn eygen; en Noch bruyckt hy zyn woning, huys, barch, schuyer, boemgaert ende xxix margen lants erffhuyer
geest lant ende weydtlant.
Uit het 10de penningboek van 1561 volgde, dat "Adriaen Jansz bruyct i½ morgen weijlants gecomen van Thonis Willemsz en dat Cryn Jacopsz bruyct i½ morgen weylant gecomen van Thonis Willemsz".
Zie ook PG 368, een andere Thonis Wileems uit Wassenaar, getrouwd met Ercgen Jans. (NA 08-06-1588, notaris Willem Claesz van Oudevliet te Leiden, f 119, scan 131)
.
Gehuwd 1545‑‑1560 met Christijntge Maertensdr (Stijn(tgen)), overleden in/na 1586. Christijntge Maertensdr was eerder getrouwd geweest met Gijsbrecht Hendricksz van Veen. Hij was een broer van Elisabeth en Geertgen uit de 2e parenteel.
Uit het 10de penningboek van Wassenaar uit 1561 volgde, dat Styn Thonis Willemsz weduwe diverse stukken "weylant, hoeylant, geestlant" gebruikt en in huur (23 morgen) of eigendom (12 morgen) heeft. Zo staat er o.a.: Styn Maertens Thonis Willemsz weduwe bruyct in huyr van Zwaentgen Cornelis Claesz weduwe ende Dirck van Hulsz tot Leyden iiii½ morgen weylants.
En verderop: Styn Thonis Willemsz weduwe bruyct haer huys, barch, schuyr met xiiii morgen vier hont lants haer eygen te weten vii morgen weylant ende vii morgen vier hont geestlant, pag. 44 en 46.
{Zij was eerder gehuwd 1540‑‑1545 met Gijsbrecht Hendricksz van VEEN, overleden in/vr1544? Zoon van Hendrick Gijsbrechtsz van VEEN en Maria Huijbrechtsdr van der MEER/VERMEER. Dezelfde? In het 10de penningboek van Wassenaar uit 1544 stond op p3: Gijs van Veen bruyckt zyn woening met xx margen in huyr. Verder huurt hij nog 8 morgen land. Dezelfde?: Op p14: Gysbrecht Henricksz bruyckt zyn woening met vii margen eygen getaxeert voir xxiiii lb. Noch bruyckt hy xii margen die vii getaxeert up xxviii lb ende die ander vyff getaxeert up xv lb. Verder gebruikt hij nog circa 11 morgen land.
}
Uit dit huwelijk:
1.
Ghijsbert Tonisz (zie II.1).
2.
Marijtgen Thonisdr.
Gehuwd met Cornelis Geritsz.

II.1
Ghijsbert Tonisz, suijvelcoper, geboren circa 1560, overleden 1614‑‑1622. Op 19-07-1607 werd te Leiden begraven een dochter van Ghijsbrecht Tonisse, wonende bij de Rijnsburgerpoort. (St. Pancraes, scan 132)
Op 08-05-1616 werd te Leiden begraven een zoon van ene Ghijsbrecht Thonisz, die woonde op Marendorp. (Sint Panskers, scan 192)
Op 18-12-1618 werd te Leiden begraven ene Ghijsbert Thonisz, wonende bij de Rijnsburgerpoort. (De Pancraes kerck, scan 58)
Op 15-05-1621 werd te Leiden begraven de weduwe van Gijsbert Thonisz, wonende op Marendorp. (Sinte Pancraes kercke, scan 139)
Op 31-06-1632 werd te Leiden begraven de huijsvrou van Gijsbert Tonisz, wonende op de Vliet. (St. Pieterskerck, scan 138) (Zie ook Thonis Willemsz bij PG 368.)
. Hij was getuige bij het huwelijk van zijn zoon Frans in 1614.
Op 11-10-1586 werd voor notaris Willem Claesz van Oudevliet de volgende akte opgemaakt te Leiden (f228v, scan 237). Vermoedelijk dezelfde persoon! Ghijsbrecht Thonisz, wonende te Wassenaar, compareerde voor deze notaris. Ook zijn moeder Stijntgen Maertensdr, weduwe van Thonis Willemsz was aanwezig. Zij verklaarde al voor haar dood aan Ghijsbrecht 100 gulden vooruit te hebben betaald t.o.v. "zijn broeders oft susteren kinderen". Hij heeft dit geld overgedragen aan zijn zwager Cornelis Geritsz, als man en voogd van zijn zuster Marijtgen Thonisdr.
Zoon van Thonis Willemsz (zie I.1) en Christijntge Maertensdr (Stijn(tgen)).
Gehuwd 1585‑‑1590 met Anna/Neeltge Corsdr. Op 18-1-1584 wordt teelland verkocht, dat ligt op Oostdorp in Zuidwijk, waarbij Gijsbert Thonisz als belendende wordt genoemd. Op 27-05-1593 wordt weiland verkocht, dat mede ligt op Oostdorp in Zuidwijk, waarbij weer Gisbert Tonisz als belendende wordt genoemd.
Op 11-10-1586 passeerde de volgende akte bij notaris Willem van Oudevliet te Leiden. Ghijsbrecht Thonisz, wonende tot Wassenaer, verklaarde dat zijn moeder Stijntgen Maertensdr, weduwe van wijlen Thonis Willemsz, hier present, hem al 100 gulden meer vooruit heeft betaald dan aan zijn "broeders oft susteren kinderen". Cornelis Gerytsz, als man ende voocht van Marijtgen Thonisdr, zuster van de comparant, beurt na het overlijden van comparantes moeder die 100 Carolus guldens. (f228v, scan 237)
In de bonboeken te Leiden: Geregistreerden: Cornelis Jacobsz Vaerdiger en Haesgen Gijsbertsdr. Het gaat om een huis bon: Overmare-Rijnzijde en straat: Marendorp. Op 25-09-1595 werd het bestaande huis aldaar afgebroken en werden er 2 nieuwe huizen gebouwd. Het westwaards gelegen huis werd door Joris Andriesz verkocht aan Gijsbert Thonissz. Op 21-11-1622 de volgende doorgestreepte tekst: Is bij Haesgen Gijsbertsdr, weduwe van Henrick Cornelisz Wijtlandt, en dochter van Gijsbert Thonisz voornoemd, .... van haer eenich weeskindt gewonnen bij de voormelde haer saliger man.
Daarna gaat de tekst weer verder: de bewijs brief is hier gecasseert vertoont den 15-11-1648.
Is bij Cornelis Jacobsz Vaerdiger als getrouwt hebbende Haesgen Gijsbertsdr, dr en erfgename van Gijsbert Thonisz, verkocht aan Aelbert Arentsz van Egmont, (vermoedelijk 25-01-1652).

Uit dit huwelijk:
2.
Haesgen Ghijsbertsdr (zie III.4).

III.1
Frans Gijsbertsz van SUIJTWIJCK, suijckerbacker, geboren 1590‑‑1593 te Leiden, overleden in/vr 1626 te Leiden, zoon van Ghijsbert Tonisz (zie II.1) en Anna/Neeltge Corsdr.
Ondertrouwd op 16‑07‑1614 te Leiden (getuige(n): Ghijsbert Thonis, vader van de bruidegom en Grietgen Lambrechts, bekende van de bruid). Frans Ghijsbertsz, jm van Leiden, suijckerbacker en Marijtgen Willems, jd van der Goude, wonende te Leiden. Gehuwd op 02‑08‑1614 te Leiden met Marritgen Willemsdr. (Marrijtgen) de ROOS, geboren circa 1590 te Ter Goude, overleden in/na 1637, dochter van Willem Willemsz ROOS en Trijntgen Gerritsdr. Op 15-07-1614 werden de huwelijkse voorwaarden opgemaakt voor notaris Samuel Lenaertsz van der Wuert. Frans Ghijsbertsz, kruidenier, geassisteerd met zijn vader Gijsbert Thonisz en Marijtgen Willemsdr, geassisteerd met haar vader Willem Willemsz. Frans brengt 1200 gulden in en Marijtgen 600 gulden. Er wordt ook gesproken over een "clederen harnas ende geweer 't zijnen lijve behoorende".De drie mannen ondertekenden. (f110, scan 200, 201)
Het blijkt dat Frans Gijsbertsz, getrouwd met Marritgen Willemsdr de achternaam van Suijtwijck voor het eerst is gaan gebruiken. De vader van Frans, Gijsbert Thonisz, was afkomstig uit Wassenaar en woonde vermoedelijk in de heerlijkheid Zuidwijk te Wassenaar.
Op 17-04-1614 werden de huwelijkse voorwaarden opgemaakt voor dezelfde notaris Van der Wuert te Leiden tussen Henrick Cornelisz vergezeld van zijn vader Cornelis Dircxz en Haesgen Ghijsbertsdr, vergezeld van haar vader Ghijsbert Thonisz.. De bruidegom brengt 1000 gulden in en de bruid 1200 gulden. Ook hier wordt gesproken over "cleijnoden juweelen harnas ende anders tgunt tot elcx lijve rugge ofte gerijne behoorende". De handtekeningen gezet door Ghijsbert Thonisz in de twee bovengenoemde akten lijken zo sterk op elkaar, dat het wel om dezelfde persoon moet gaan. (Alle vier personen ondertekenen de akte; o.a.: Heyndrick Cornelisz Wijdtlant. (f 060, scan 108-109)
In het getuigenisboek te Leiden werd Frans Gijsbrechtsz van Zuytwijck, koekebakker, 29 jaar, genoemd in deel N, folio 157v, lopend van mei 1619-december 1622.
Op 26-09-1619 compareerde voor notaris Paedts te Leiden (folio 64vso, scan 592/685) Frans Ghijsbrechtsz van Suijhtwijck, burger te Leiden, getrouwd hebbende Marijtgen Willemsdr, mede nagelaten dochter en erfgenaam van Trijntgen Gerritsdr, haar moeder, gewonnen bij Willem Willemsz Roos, wonende te Goude. Frans geeft zijn behouden broeder Willem Willemsz Roos een volmacht om namens hem op te treden. Verder werd zijn broer Pieter Willemsz genoemd.
Op 29-01-1622 compareerde voor notaris Adriaen Paedts te Leiden (acte 22vs, scan 41/352) Claertgen Gerritsdr, ongehuwd dochter, wonende te Leiden, circa 80 jaar oud. Zij getuigt en verklaart ter requisitie (verzoek) van Frans Gijsbrechtsz van Suijtwijck, nagelaten zoon van Gijsbrecht Thonisz, in zijn leven suijvelcoper, dat zekere jaren geleden, de voorzegde requirants vader en moeder meermalen heeft horen zeggen en verklaren, zo zij met dezelfde in propoost (voornemen) raakte, van de koop van het huis van de requirant, staande op de hoek van de St. Pieterskorssteeg aan de Bredestraat binnen Leiden. Verder stond er o.a.: Zij verkeerde dikwijls in het huis van requirants ouders en sij getuige (mits sij de requirants huisvrouws moije (tante) is) enz.
Ook Frans Ghijsbrechtsz. Hij woonde voor 1626 aan de Bredestraat, op de hoek van de Pieters Choorstege. Na het overlijden van Frans in 1625/6 werden Cornelis Jacobsz. van Sonnevelt, behoude oom en Wouter Gerritsz. van Toledo, neef, aangesteld tot voogden over de 2 weeskinderen. Marrijtgen Willemsdr. trouwde vervolgens met de backer Pieter Crijnen. Deze verkocht het bovengenoemde huis in 1631. Daarna gingen Marrijtgen en Pieter met de 2 (wees)kinderen wonen op de Delffsche Vliet.
Uit NL-leidenRAL, weeskamer Leiden, 518, inv. nr. 1315a-1315b volgde ook nog, dat Frans Gijsbrechtsz. textielkoopman (en suikerbakker van Zuidwijk?) was.
Uit het penningboek van het weeskamerarchief te Leiden bleek het volgende:
In 1626 werd door Pieter Valteres (Villers), winkelhouder, 265 gulden aan de weeskamer betaald. Dit was bestemd voor de 2 weeskinderen. In 1627 bracht de voogd Wouter Gerritsz. van Toledo 740 gulden bij de weeskamer. In 1632 bracht Wouter nogmaals 740 gulden bij de weeskamer. In 1638 werden er 30 guldens, 8 stuivers en 12 penningen op de rekening van de weeskinderen bijgeschreven. Dit was de jaarrente op een obligatie van 't lant van Hollant. In 1639 werd dezelfde jaarrente ontvangen. Deze werd nu bijgeschreven op de rekening van 1 weeskind. Vermoedelijk was dit Claertgen, omdat Trijntgen in 1637 was getrouwd en haar aandeel bij de weeskamer wel zal hebben opgevraagd.
{Zij is later ondertrouwd op 20‑11‑1625 te Leiden, gehuwd op 08‑12‑1625 te Leiden (getuige(n): Jan Pieters van de Langeweij, bekende van de bruidegom en Dieuwertgen Dircxdr, nicht van de bruid). Uit Schepenhuwelijken, inv. 3, folio 179v, blijkt: Pieter Crijnen van den Houck, weduwnaar van Rusgen Jacobs van der Mij, backer, trouwde met Marijtgen Willemsdr., weduwe van Frans Gysberts van Zuytwijck. Echtgenoot is Pieter Crijnen van den HOUCK, bakker (1625).}
Uit dit huwelijk:
1.
Trijntgen Fransdr. van ZUIJTWIJCK, geboren 1616‑‑1617 te Leiden, overleden 1648‑‑1676. Trijntje Zuijdwijck woonde in 1637 te Leiden aan de Vliet. Bij haar huwelijk werd zij geassisteerd door Marijtgen Willemsdr.. Vermoedelijk was dit haar moeder.
Ondertrouwd op 08‑02‑1637 te Den Haag. Zij gingen in Leiden in ondertrouw op 06-02-1637, jm en jd. Getuigen van de bruidegom: Cornelis Heeren, oom, Oude Chingel; getuigen bruid: Marytgen Willemsdr, moeder, wonende aan de Vlyet. Vader van de bruidegom: Aelbrecht Jacobs van Couwenhoven, Kerk. Otr. G-138v. Gehuwd op 22‑02‑1637 te Leiden. Zij trouwden ten stadhuize. Jacob Aelbertsz. van Couwenhoven, geboren te Leiden en wonend in den Hage. Trijntgen woonde aan de Vlyet en geboren te Leyden. (Kerk. Otr. G-138v)(Schepenhuwelijk, Leiden, inv. 3, folio 065) Echtgenoot is Jacob Aelbrechts van COUWENHOVEN, timmerman (1637), mr. timmerman (1641), geboren circa 1615 te Leiden. Jacob Aelbertsz., jm, woonde in 1637 te Leiden. Bij zijn huwelijk werd hij geassisteerd door zijn oom: Corn: Heeren. Op 17-06-1641 nam Jacob als aannemer 3 huizen aan in de Jan Vossensteeg. Hierbij werd nauwkeurig beschreven wat er zoal nodig was. (LB-scan 230), zoon van Aelbrecht Jacobsz van COUWENHOVEN, timmerman (1598), mr. timmerman (1610, 1625, 1631), en Marijtgen JOOSTEN. Op 09-09-1648 werd de geboorte van zoon Frans in de Pieterskerk te Leiden aangegeven. Bij de moeder stond geen naam vermeld.
Op 06-11-1676 ging Jacob Aelbertsz. van Couwenhoven, weduwnaar van Tryntge Frans van Zuytwyck, wonende aan de Rijn, in ondertrouw te Leiden met Helena Jans, weduwe van Maerten Jans, wonende Cellebroedersgraft (Ned. Hervormd Ondertrouw, inv. 12, folio 238).
{Hij is later ondertrouwd op 06‑11‑1676 te Leiden (getuige(n): Aelbert Jacobsz van Couwenhove, zoon, wonende op 't Eylant en Grietge Jans, nicht van de bruid, Cellebroedersgraft en Catharina Duyrcam, bekende uit het Catharina Gasthuys). Jacob was weduwnaar van Tryntge Frans van Zuytwyck, wonende op de Rijn en Helena Jans, wonende op de Cellebroedersgraft, was weduwe van Maerten Jans. Echtgenote is Helena Jans.}
2.
Claertgen, geboren 1623‑‑1624 te Leiden. Ongehuwd in 1648. Op 05-05-1648 compareerde voor notaris Henrick Melchiorsz Brasser te Leiden Claertge Fransdr van Suijtwijc, wonende op de Delfse Vliet binnen Leiden, ongehuwd. Zij bekende 200 gulden schuldig te zijn aan Joffrouw Beatrix van Heussen, weduwe van Jacob van der Rijsa. Deze was 10 gulden per jaar. Tot onderpand wordt genoemd: "haer winckel vande potten, pannen, vlas, stijfsel ende andere waren." Als borgen werden genoemd: Wouter Gerytsz van Tholedo, wonende in de Horen? in Alphen ende Anthonis Henrixz Wijtlant, coorncoper, wonende op Marendorp binnen deser stede (Leiden). De eerste is comparantes neef. (Akte 97, scan 179-180).

III.4
Haesgen Ghijsbertsdr, geboren te Leiden, overleden in/na 1629, dochter van Ghijsbert Tonisz (zie II.1) en Anna/Neeltge Corsdr.
Ondertrouwd (1) op 12‑04‑1614 te Leiden. Henrick Cornelisz Wijtlant, geboren te Leyden, lakenbereider, jm, vergeselschapt met Michiel Cornelisz, zijn broeder met Haesgen Ghijsberts, jdr, geboren te Leyden, vergeselschapt met Neeltgen Corssdr, haer moeder. Gehuwd op 26‑04‑1614 te Leiden met Henrick Cornelisz WIJDTLANT, overleden in/vr 1629. Hij ondertekent in 1614 met: Heyndrick Cornelisz Wijdtlant. Zoon van Cornelis Dircxz WIJTLANT/WITLANT, smid, en Aeltgen Jacopsdr. Op 17-04-1614 werden de huwelijkse voorwaarden opgemaakt voor notaris Van der Wuert te Leiden tussen Henrick Cornelisz vergezeld van zijn vader Cornelis Dircxz en Haesgen Ghijsbertsdr, vergezeld van haar vader Ghijsbert Thonisz.. De bruidegom brengt 1000 gulden in en de bruid 1200 gulden. Ook hier wordt gesproken over "cleijnoden juweelen harnas ende anders tgunt tot elcx lijve rugge ofte gerijne behoorende". De handtekeningen gezet door Ghijsbert Thonisz in de twee bovengenoemde akten lijken zo sterk op elkaar, dat het wel om dezelfde persoon moet gaan. (Alle vier personen ondertekenen de akte; o.a.: Heyndrick Cornelisz Wijdtlant. (f 060, scan 108-109).
Gehuwd (2) in/na 1629 met Cornelis Jacobsz VAERDIGER. Op 13-03-1623 werd Cornelis Jacobsz Vaerdiger (Verdiger) poorter te Leiden. Als borgen werden genoemd: Wouter Gerritsz van Toledo, kleermaker en Hans Hullet, zijdelakenkoper. Betaald: 3,2. (Uit het poorterboek). Zie bij zoon Anthoni Wijtland voor gegevens over hun testament. Zij woonden op de Haerlemmerstraet omtrent de oude Reijnsburgerpoort op de houck vande Schapesteech. Beiden nog gezond enz. Na hun beider overlijden is de enige erfgename hun dochter Aeltgen Cornelisdr Verdiger. (notaris De Haes te Leiden, 29-03-1646, scan 144-146).
Op 07-06-1649 compareerden Cornelis Jacobsz Verdiger, cruijdenier, en Haesgen Ghijsbertsdr, echteluijden, wonende te Leiden op de Haerlemmerstraet, op den houck vande Schaepesteech. Cornelis was gezond, maar Haesgen was sieckelick van lichame, te bedde leggende. (scan 241-244). Als universel erfgename hun dochter Aeltgen Cornelisdr Verdiger. Verder krijgt Heijndrick Thonisz Wijtlandt, haar enig naargelaten soons kind. 100 gulden (en nog meer) van de erfenis van zijn Bestemoeder (oma). Als voogden over deze Heijndrich stelde zij aan: Adriaen Harmensz van Tetroede en Jan Willemsz van Sonnenvelt.
Op 25-04-1653 compareerde Haesgen Ghijsbertsdr, weduwe van Cornelis Jacobsz Verdiger, in leven cruijdenier, wonende te Leiden op de Oude Maren, omtrent de Claeresteech, voor notaris De Haes in Leiden (scan 250-252). Zij herroept het testament van 07-06-1649. Tot universeel erfgenamen de 4 kinderen van zaliger Aeltgen Cornelisdr Verdiger. Tot voogden over deze kinderen: Adriaen Harmensz van Tetroode, haer swager en Jan Willemsz van Sonnevelt, haer neef.

Uit het tweede huwelijk:
1.
Aeltgen Cornelisdr VAERDIGER/VERDIGER, geboren 1630‑‑1640.
Uit het eerste huwelijk:

IV.4
Thonis Henricxz WIJTLANT, coorncooper, geboren te Leiden. Ook Anthonis. Zoon van Henrick Cornelisz WIJDTLANT en Haesgen Ghijsbertsdr (zie III.4).
Ondertrouwd op 01‑10‑1636 te Leiden. Thonis Henricxz Wijtlant, geboren te Leiden, wonende te Marendorp, jm, korenkoper. als getuige zijn oom Jacob Cornelisz Wijtlant, Middelstegraft, met Maertgen Pietersdr van Alphen, geboren te Leiden, jdr, wonende te Noorteynde, als getuige haar moeder Meynsgen Jansdr van Immerseel, van het Noorteynde. Gehuwd op 18‑10‑1636 te Leiden met Maertgen Pietersdr (Marijtge) van ALPHEN, geboren te Leiden. Zij was als dochter van Pieter Jansz van Alphen mede erfgenaam van Belytge Dircxsdr za;, weduwe van wijlen Job Jansz van Alphen (timmerman). (bonboek), dochter van Pieter Jansz van ALPHEN en Meynsgen Jansdr van IMMERSEEL. Thonis Heijndricxsz (Anthoni) Wijtlandt woonde in 1646 op de Haerlemmerstraet, omtrent de Reijnsburgepoort. Hij compareert voor notaris De Haes te Leiden op 31-03-1646 en bevestigt dat het testament van Haesgen Ghijsbertsdr, zijn moeder, en Cornelis Jacobsz Vaerdiger, zijn schoonvader op 29-03-1646 voor dezelfde notaris is gepasseerd.(scan147-148)
Het testament staat op scan 143-145
Op 07-09-1640 bij notaris Brasser te Leiden (akte 32, scan 99-100).
Anthonis Wijtlant, coorncoper verhuurt een huis te Leiden aan Egbrecht Bruijnensz, backer. Met consent van Fop Jansz van Hogenburch, backer. Ook compareerde Bruijn Jansz, coorndrager, de vader van Egbrecht Bruinensz, als borg. (Handtekening: Egbert Bruijnsz.)
Ook in 1640 akte 24, scan 89-90. Bij de huur waren ook de broodbancken inbegrepen. (Handtekening: Fop Jansen van Hogenhouck)
Ook in 1640 akte 1, scan 4-5, zijn buurman Niclaes van Leeuwen.

Uit dit huwelijk:
1.
Heijndrick Thonisz WIJTLANDT. Zie testament van zijn oma Haesgen Ghijsbertsdr 1649.


Homepage | E-mail