1. | Gerrit Huijgen (zie II.1). |
1. | Jacob Gerytsz (van der MEER) (zie III.1). |
2. | Adriaen Gerytsz (zie III.3). |
3. | Joris Gerritsz. In het 10de penningboek van Wassenaar uit 1553 stond: Joris Gerritsz heeft diverse stukken land in huur (meer dan 30 morgen). Verder huurt hij zijn woening, huys, barch en schuyr. Ook huurt hij samen met zijn broer Jan Gerritsz 7 hondt geest lant van de kerk van Wassenaar en van de Heylige Geest. Iets verderop staat, dat hij nog een woening, huys, barch en schuyre heeft met ruim 15 morgen weydt lant ende geest lant. Hij huurt 3 morgen lant van Janneken Gerrit Huygensz, zijn moeder. |
4. | Jan Gerytsz. Jan Gerytsz gebruikt en huurt diverse stukken land in Wassenaar volgens het 10de penningboek uit 1556. Zo huurt hij 3 morgen land van Jannetgen Geryt Hugensz (weduwe) zijn moeder. |
1. | Gijsbrecht Jacobsz van der MEER, geboren circa 1575, overleden vr 1624. Overleden voor 07-06-1624. Hij woonde te Eikenduinen. Gehuwd op 31-07-1584 te Wassenaar? Echtgenote is Sebastiana Cornelisdr CLEIJ (CLEIJMAN), overleden in/vr 1616. Overleden vòòr 22-06-1616 (Angevaare). |
2. | Annetgen Jacobsdr van der MEER (zie IV.4). |
1. | Jan Arentsz, overleden 1641. |
1. | Hendrik Adriaensz. van ZUIJTWIJC (zie IV.5). |
2. | Joost Adriaensz. van WASSENAER (zie IV.8). |
3. | Jan Aerntsz. van ZUIJTWIJC (zie IV.10). |
4. | Grietgen. |
5. | Jacoba. |
6. | Maria. |
1. | Pieter Henricxz. (zie V.2). |
2. | Geertruijtgen Henricxdr. (Geertgen), geboren 1579-1581 te Leiden, overleden in/na 1644. Op 07-08-1643 was Geertruyd Henricxdr, moeie (tante), getuige bij het huwelijk van Marijtge Aldersdr de Vrij te Leiden. Op 11-05-1644 waren Geertruydt Henricxdr, moei (tante) van de bruid , wonende Buyten de Wittepoort te Leiden, en Pieter Pietersz van Twist, vader van de bruidegom, wonende Buyten de Wittepoort, getuigen bij het huwelijk tussen Pons Pietersz van Twist en Meynsgen Baltensdr van Diemen, beiden wonende te Leyden, Buyten de Wittepoort. Ondertrouwd (1) op 30-07-1599 te Leiden (getuige(n): Willem Jansz de Munt, vader, warmoesman en Meynsgen Pietersdr, moeder van de bruid) (NH) met Jacob Willemsz. de MUNT, schoenmaker (in de Kamperstraat), geboren 1578--1579 te Leiden, begraven op 07-06-1617 te Leiden. Deze datum werd Jacob Willems Munt begraven. Hij woonde "bij de Kraan". In 1581 te Leiden een lijfrente: (Not. Archief, 1402-1609, 1581, lijfrenteregisters, aktenr. 5868) Vader: Willem Jansz de Munt, wonende te Leiden, warmoesman Begunstigde: Jacob Willemsz de Munt, 3 jaar, wonende te Leiden Heffer: Gerrit Jansz de Munt, wonende te Leiden, verver Lijfrenteregister te Leiden 1587. Vader Willem Jansz de Munt. Begunstigde: Jacop Willemsz de Munt, 8 jaar. Heffer: Willem Jansz de Munt, vader. Allen wonende te Leiden. In 1587 is Jacop Willemsz de Munt 8 1/2 jaar, als begunstigde, heffer Willem Jansz de Munt en als vader en moeder werden genoemd: Gerrit Jansz de Munt en Marie Jansdr beiden wonende te Leiden. (aktenr. 2189), zoon van Willem Jansz de MUNT/MUNDT, warmoesman (1581, 1597, 1600), en Marijtgen Jansdr (Marie Jansdr). Uit het bonboek te Leiden (folio 201, scan 219) bleek o.a. een koop/huur/pacht van een schoenmakerij (een loijwerff, mitte loodtsche en cuijpen daer op ende innestaende) door Jacob Willemsz de Munt op 07-08-1608. Zijn weduwe Geertgen verkoopt het door op 17-02-1621. Op 05-09-1611 compareerden Jacob Willemsz de Munt, schoemaecker en Geertruijt Henricxdr, echte luijden, clouck ende gesondt van lichamen. Hun vorige testament was van 30-01-1609 bij Salomom vander Wuert te Leiden. (folio 143, scan 110-112) Op 30-01-1609 compareerden Jacop Willemsz de Munt, schoemaecker ende Geertruijt Henricxdr, man ende wijff, woonende binnen der stede van Leijden, wesende gesont beiden enz. (notaris Samuel Lenaertsz van der Wuert, folio 19, scan 54-55) Handtekeningen: Jaekop Wyllemsz Munt en Geertruyt Heyndrycks dochter. Wel worden vaders genoemd als mogelijke erfgenamen, 800 gulden wordt genoemd. Op 03-06-1617 compareerden Jacob Willemsz de Munt, schoemaecker ende Geertruijt Henricxdr, echtelieden voor notaris Jacob van Tethrode te Leiden om hun testament te vernieuwen. Jacob was sieck van lichame te bedde leggende en Geertuijt was gesont (folio 31, scan 42). Jacob zet geen handtekening. Hun vorige testament d.d. 05-09-1611 was voor dezelfde notaris gepasseerd. Ook hierin werd de loeijerije met gereedschap als neringe weer genoemd. Verder kuijpen, huijden ende runderen. (folio , scan 110-111) Op 15-11-1620 compareerden voor notaris Paedts te Leiden, akte 18, scan 35-36, Willem Jansz de Munt (zijn vader), Willem Willemsz de Munt, Claes Willemsz de Munt, allen voor zichzelf, Jan Egbertsz van de(r) Plas, getrouwd hebbende Lijsbeth Jansdr, die een dochter is van Jan Willemsz de Munt, Wouter Quiringsz van Paddenpoel en Jan Egbertsz voornoemd, als voogden over het weeskind van Aechgen Jansdr, die ook een dochter was van de voorzegde Jan Willemsz de Munt, Henrick Cornelisz van Bilderbeecq, stads mr., metselaar, getrouwd hebbende Rusgen Willemsdr de Munt, in die kwaliteit voor hem zelf en verder met de voorzegde Claes Willemsz de Munt als voogden over de weeskinderen van Arent Willemsz Munt zaliger, nog Gillis Jansz van Walwijck, getrouwd met Aeltgen Willemsdr de Munt, en Adriaen Quiringsz van Paddenpoel, getrouwd hebbende Grietgen Willemsdr de Munt en Willem Cornelisz van Bilderbeeck, getrouwd hebbende Willemtgen Willemsdr de Munt, allen tezamen erfgenamen van Jacob Willemsz de Munt, zaliger, getrouwd geweest zijnde met Geertruijt Henricxdr van Zuijtwijck. De comparanten hebben machtig gemaakt Euwout van Schilperoort, procureur voor de vierschare deser stede en treedt mede namens de voorzegde Geertruijt Henricxdr op. (De akte werd, soms met een merk, ondertekend door o.a. Willem Jansz de Munt en Wouter Quijrijnsz en was opgemaakt ten huize van dezelfde Willem Jansz de Munt. Ondertrouwd (2) op 13-07-1618 te Leiden (getuige(n): Willem Danielsz, oom van de bruidegom en Volckgen Daniels, toekomstig moei (tante) van de bruid). Bij deze Nederlands Hervormde ondertrouw was Jan Claesz van Toll weduwnaar van Jannetgen Willemsdr. Geertruytgen Henricx van Suytwijck was weduwe van Jacob Willemsz de Munt. Gehuwd voor de kerk op 13-07-1618 te Leiden (Gereformeerd) met Jan Claesz. (van) TOLL, vleeshouwer, geboren te Leiden, overleden in/vr 1621. Op 20-09-1621 was Geertruijt Hendricxdr van Zuytwijc, laetst weduwe van Jan Claesz van Toll. Zoon van Claes (van) TOLL en NNN. In het bonboek van het Marendorp te Leiden stond Geertuijt Henricxdr, weduwe van Jan Claes van Tol. Zij heeft op 09-07-1651 een huis aldaar geprelegateerd aan Maertgen Aldertsdr de Vrij. Verderop wordt gesproken over Marijtgen Aldertsdr de Vrij getrouwd met Pieter Fransz Speck als nieuwe eigenaren. In 1657 heeft Pieter Fransz Speck, mr. straetmaecker te Leiden, als man en voogd van Maertge Allertsdr de Vrij het huis, dat was geprelegateerd door Geertruijt, laatst weduwe van Pieter Pietersz van Twist, verkocht aan Adriaentgen Baltensdr van Diemen, weduwe van Cornelis Adriaensz Boudesteyn. Ondertrouwd (3) op 07-09-1623 te Leiden (getuige(n): Gilles Hasevelt, swager van de bruidegom en Luytgen Pietersdr (schoon)suster van de bruid). Gabriel Jansz Prins, weduwnaar van Rachel Cornelisdr en Geertuyd Henricxdr van Suytwijc, weduwe van Jan Claesz van Tol. Gehuwd op 23-09-1623 te Leiden met Gabriel Jansz. PRINS, saaiwerker (1605), bode op Antwerpen (1616),(1623), geboren circa 1580 te Delft. In 1623 werd Leiden als woonplaats vermeld. Begraven op 16-01-1626 te Leiden. Begraven, Sinte Pieters Kercke: Gabriel Prins, wonende op de Breestraet. Volgens het bonboek van het Vleijshuijs in de Bredestraet kocht Gabriel Jansz Prins, bode op Antwerpen, dit huis op 13-05-1624. Na zijn overlijden werd dit huis bij de scheiding van de boedel bedeeld aan Geertgen Henricxdr, weduwe van Gabriel Jansz Prins. Op 01-05-1631 werd dit huis door Geertruijt Henricxdr, weduwe van Gabriel Prins, geassisteerd door Pieter van Twist, haar tegenwoordige man, verkocht. {Hij was eerder ondertrouwd op 04-04-1605 te Leiden (getuige(n): Gillis Jaspersz van Hasenvelde, zwager van de bruidegom en Jannetgen Jans, bekende). Gabriel jansz Prins was jm en Annetgen Baerents was weduwe van Adriaen Jacob Scheepmaecker en woonde te Leiden. Echtgenote is Annetgen Baerents, geboren te Breda. Hij was eerder ondertrouwd op 09-06-1616 te Leiden (getuige(n): Namens de bruidegom mr. Giellis van Hasenvelde, zwager en namens de bruid Eemsgen Cornelisdr, petemoei). Gabriel Jansz Prins was weduwnaar van Annetgen Barentsdr en Annetgen Claes was weduwe van Adriaen Jacobsz (scheepmaker). Echtgenote is Annitgen Claesdr HEERMAN. In de weeskamer te Leiden werd een akte van bewijs voor 5 kinderen opgesteld op 10-06-1616 i.v.m. het overlijden van Annetgen Barentsdr. Hij verbond volgens het bonboek daar het Wolhuis in de Wolsteech aan voor het welzijn van zijn vijf kinderen, gewonnen bij Annetgen barentsdr, zijn vrouw zaliger. Op 06-05-1621 werd het nog een s herhaald. Op 13-05-1624 werd het door Gabriel verkocht. Op 06-05-1621 werd er weer een akte van bewijs opgemaakt. (archiefblok nr. 0518, rubriek II.6 f 424a en b) Op 27-06-1616 maken Gabriel Jansz Prins, bode op Brabant, en Annitgen Claesdr Heerman voor notaris Jan van Kuijck te Leiden afspraken over hun voorgenomen huwelijk (scan 8 en 9). Op 22-05-1619 komt voor dezelfde notaris Gabriel Prins, coopmans Bode op Antwerpen, wonende te Leiden, nagebleven man en gesubstitueerde erfgenaam van wijlen Annetgen Claesdr Heerman. Hij was met Neeltgen Claesdr Heerman, getrouwd met Willem Jacobsz van Emmenes, wonende te Delft, erfgenaam van wijlen Capiteijn Anthonis Claesz Heerman (scan 177 en 178). (Op 14-03-1608 kwam Anthonis in het bezit van een huis op Suijt Rapenburg in de Colfmaeckerssteech volgens het bonboek. De erfgenamen verkochten het weer op 13-01-1623.). Hij was eerder ondertrouwd op 23-04-1621 te Leiden (getuige(n): Gillis van Hasevelt, zwager van de bruidegom en Machtelt Pieters, nicht van de bruid). Gabriel Jansz Prins was weduwnaar van Annetgen Claes en Rachel Cornelisdr van Kerchem was jd. Gehuwd op 09-05-1621 te Leiden. Schepenhuwelijk. Echtgenote is Rachel Cornelisdr van KERCHEM, geboren te Leiden. In het bonboek van Suijt Rapenburg werd op 01-11-1628 gesproken over een weesrente voor het weeskind van Gabriel Prins, gewonnen bij Rachel van Berchem, beiden zaliger.} Ondertrouwd (4) op 02-06-1627 te Leiden (getuige(n): Jan van Twist, zoon vande bruidegom en Lijsbet Henricx, zuster van de bruid). Pieter was weduwnaar van Anna Ponssendr IJselsteyn en Geertruyt Henricxdr was weduwe van Gabriel Jansz Prins. (NH-ondertrouw) met Pieter Pietersz. van TWIST de OUDE, voerman (1603, 1605, 1609), vleijshouwer (1616), herbergier in de stadsherberg buijten de Wittepoort te Leiden (1648), geboren circa 1580 te Leiden, overleden in/na 1652 te Leiden? Pieter zette in 1616 geen handtekening, maar een merck. (Zie R3334). Door zijn huwelijk met Geertruijt Heijnricksdr. werd Pieter haar man en voogd. Op 15-01-1600 ging Pieter Pietersz van Twist, wonend te Leyden, in ondertrouw (NH) te Leiden met Cunera Jansdr, uit Leyden. Na haar overlijden trouwde Pieter, voerman, op 30-12-1605 (schepenhuwelijk) met Annetgen Ponssen uit Leyden. In een akte van 30-07-1627 werd over huwelijkse voorwaarden gesproken (scan 102-103). Op 05-08-1642 verkocht Adam Willems van Swanenburch een huis te Leiden aan Geertruijt Henricxdr van Zuijtwijck, tegenwoordig huisvrouw van Pieter van Twist. Pieter Pietersz van Twist de oude overleed als eerst. Na het overlijden van Geertruijt zijn huizen aan het Noord Rapenburg bij de boedelscheiding aan de erfgenamen van Geertruijt toebedeeld (15-11-1652). Op 27-02-1648 gaven voor notaris Brasser te Leiden (folio 47, scan 105-106) Pieter Pietersz van Twist de oude, waart in de stadsherberge buyten de Wittepoort deser stede, omtrent 68 jaar, Gth Henrixs, stalknecgt tot d`selve van? Twist, 46jr, Jan Wicke, straetwercker, 42 jr, Dirc Willemsz vander Houf, houfsmith, wonende bij de Bostelbrugge, 39 jr, Jonas Jacobsz, knecht a? jacht schr?yten buyten de voorsegde Wittepoort, 34 jr, ende Pons Pietersz van Twist, mede wonende inde voorsegde Stadsherberge, 24 jaren, een verklaring. Deze gaven zij op verzoek van de Eersame Cornelis de Vlaming van Outshoorn, Here tot Outshoorn. Zij verklaarden, dat gisterenavond ten voornoemde huyse van de voorsegde Pieter Pietersz van Twist is gecomen den rey...t sittende op een swarten henxt met een witte col, welcke paert (na allen uytwendigen schyn) was dier tyt niet besweet, noch geforseert of afgereden. Zij hadden het genoemde paert op stal geset. Vervolgens verklaarde zij, dat na een kwartier op stal te hebben gestaan, het paard niet wilde eten en dat zij bij de rey...t meldde dat het paard sickelic is. Waerop den rey...t heeft doen halen de voorsegde Dirc Willemsz van der Houf. Hij had het paard op diverse plaetsen gelaten en yets in gegeven. De volgende morgen werd het paard dood gevonden. Vervolgens had Dirc Willemsz van der Hoeve geoordeeld dat na het openen van het paard, dat het was gestorven uyt oorsaecke van grote viezicheyt die het paert in sijn licgaem hadde. D`selfde viesicheyt was het voorsegde paert om sijn hart geslagen ende alsoo thart hadde overstelpt. Welcke siecte bij Voscammers ende hon.. smits genaemt wert. Gelijc de andere deposanten, die vermits de grote stanck daerbij niet ende conden blijven. Enz. Als getuige ondertekende Henric Aldertsz de Vrij met (S) henderick alderts de Vrij. Verder 4 mercken en Pons Pietersz van Twist, DW vander Houff en Vl? Oudtshoorn. Als erfgenamen van Geertruijt werden op 26-02-1653 aanbedeeld: Pieter Allertsz de Vrij, Jacob Allertsz de Vrij, Pieter Fransz Speck als getrouwd hebbende Maertgen Allertsdr de Vrij (folio 234, scan 283). Verder werd ook aan Meijnsge Pietersdr van Suijtwijck, ongehuwde persoon, toebedeeld (26-02-1653, folio 235, scan 285). Een van de erfgenamen was ook Pieter Pietersz van Twist de Jonge. Verder werd bedeeld aan Balten Willemsz van Diemen getrouwd met Elisabeth Heijndricxdr van Suijtwijck. Dit huis is vervolgens bedeeld aan Meijnsge Pietersdr van Suijtwijck en werd in 13-06-1657 en 15-07-1670 weer verkocht (scan 335). Adriaentge Baltensdr van Diemen erft het huis weer van haar vader en zij verkoopt het 02-02-1701 (scan 333). Op 03-11-1645 werd een dochter van Pons Pieters van Twist en Meynsgen Baltendr van Diemen gedoopt in de NH Pieterskerk. Getuigen waren: Pieter Pietersz van Twist, Annetje Pieters van Twist en Ariaentje Baltens van Diemen. Op 14-02-1647 compareerden voor notaris Vredenburch te Leiden Jacob van de Werve, 52 jaren, Dirc Willemsz van der Houff, mr. houffslager, 39 jaren, beiden wonende in Leiden of de vrijdomme vandien. Zij getuigen ter requisitie van Pieter Pietersz van Twist de oude. Op 18-04-1649 werd Pieter NH gedoopt in de Hooglandsche Kerk, zoon van Pons Pietersz van Twist. Hij was een zoon van Pieter Pietersz van Twist, die getuigde bij de doop samen met Lijsbeth Hendricx van Suijtwijck en Meynsken Pieters van Suytwijck. (Let wel op het volgende: Op 30-04-1637 werd NH gedoopt Pieter, zoon van Pieter Pietersz van Twist den Jonghen met o.a. als getuige Pieter Pietersz van Twist de oude.) In het bonboek te Leiden werden Pieter Pietersz van Twist de oude en zijn vrouw Geertruijt Heijndricksdr van Suijtwijck op 04-07-1651 genoemd. Op 15-11-1652 zijn beiden overleden en werd er over hun erfgenamen gesproken. Vermoedelijk is dit de datum van de boedelscheiding. Op 17-01-1652 compareerden voor notaris Raven te Leiden Pieter van Twist den ouden, als verhuurder van een huijsinge ende erve, staende en gelegen in de Claresteech, op de houc van de St. Annenstraet binnen deser stadt Leijden, voor den tijt van twee jaren, ingaande meij 1652 aan Jacob Messeu. (A 124, scan 194) Ondertekend: Jacob Masseus en een merck voor Pieter van Twist. Op 16-09-1653 compareerden voor notaris Verruyt te Leiden, (folio 195, scan 333-334) Pieter van Twist, Leendert van der Vecht, als getrout hebbende Meijnsgen Balthens van Diemen te voorens weduwe ende boedelhoutster van Pons Pietersz van Twist, Pieter Fransz Speck, mr. straetmacker, getrout hebbende Maertgen Allertsdr de Vrij ende Cornelis Arentsz Boudesteyn, mr. timmerman, alle in dier qualite erffgenamen respectivelick van Pieter van Twist den ouden ende Geertruijt Hendricxdr, in haer leven echteluijden, verclarende zij comparanten hoe dat uijt den boedel ende goederen van den voorsegde Pieter van Twist ende Geertruijt Heijnricx bij forme van scheijdinge in eygendomme gelaten is aen Geertruijt Henricxdr. erffgenamen voor d'eene helfte ende voor de wederhelfte aen Pons Pietersz van Twist. Een huijs ende erve, genaemt de Pellicaen, staende en gelegen binnen deser stede aen de Corte Oudevest over de brouwerije van den Gecroonde hamer ende noch seeckeren speelthuijs gelegen in Soeterwoude buijten de Wittepoorte, ende werden de respective heeren Secretarissen versocht hier van de overbouckinge in conformite deser verclaringe te willen doen, presenteren de waerheijt des noot ende versocht zijnde naerder te willen bevestigen, Conputerende hier van gemaeckt ende uijtgegeven te werden acte in forma, Aldus gedaen ende verleden enz. Allen ondertekenen. {Hij was eerder ondertrouwd op 15-01-1600 te Leiden (getuige(n): Gerrit Evertsz Neebeec, bekende van de bruidegom en Marijtge Claesdr, moeder van de bruid). NH-ondertrouw. Echtgenote is Cunera Jansdr, geboren te Leiden, dochter van Marijtge Claesdr. Hij was eerder ondertrouwd op 30-12-1605 te Leiden (getuige(n): Geryt Evertsz Zaelmaecker, buurman van de bruidegom en Marytgen Willems, moeder van de bruid). Annetgen was jd. Gehuwd op 14-01-1606 te Leiden. Een schepenhuwelijk. Echtgenote is Annetgen Ponssen IJSELSTEYN, geboren te Leiden, begraven op 21-05-1625 te Leiden. De huijsvrouw van Pieter van Twist, wonende buijten de Wittepoort. (Sinte Pieters kercke), dochter van Pons Janz van IJSELSTEYN en Marijtje Willems. Op 09-03-1637 werden in de afhandeling van de boedel van Pancraes van IJselsteijn genoemd: Willem Ponsz en Cornelis Ponssen als voogden van de onmondige kinderen van Annetgen Ponssen za:, gewonnen bij Pieter van Twist, mitte bejaerde kinderen, wesende te samen zes hooffden. Blijkbaar leefden er in 1637 nog 6 kinderen, waarvan een deel 25 jaar of ouder was. Op scan 249 werden genoemd als voogden Jonge Pieter Pietersz van Twist, vleijshouwer, ende Adriaen Romboutsz Goeyaert, mede vleijshouwer, als man ende voocht van Marijtgen Pietersdr van Twist, beijde bejaerde kinderen van Annatgen Ponssdr Iselsteijn, za:, gewonnen bij Oude Pieter Pietersz van Twist. In die qualiteijt voor haer selffs, noch de selve Oude Pieter Pietersz van Twist ende Jonge Pietersz van Twist naergelaten? Adriaen Romboutsz uijt den name van Pieter Adriaensz so??ut, vleijshouwer, haren soon ende man respectivelic machtich t?en sayc? getrout sijnde met Annatgen Pietersdr van Twist waervan sij gesamentlijc ............ desen, wijders Oude Pieter Pietersz van Twist voornt als vader, mitsgaders de voors: Willem Ponsz IJselsteijn ende Jacob Reijersz van Bleijckersvelt als oom ende behoude oom respectivelic ende sulcx bloetvoochden over Ponts Pieterss van Twist, Elisabeth Pieterse van Twist ende Appolonia Pieterse van Twist, alsnoch minderjarige kinderen van de voorn:t Annatgen Ponssendr IJselsteijn za: gewonnen bij Oude Pieter Pieterssz van Twist, voornt:, voor welcke minderjarigen sij, vader end oomen zich sterk maken. enz.} |
3. | Elijsabeth Henricxdr. (zie V.10). |
4. | Aeltgen Henricxdr. (zie V.12). |
1. | Adriaen (Pietersz.), geboren 1605--1610 te Leiden? Overleden in/na 1635. Uit het weeskamerarchief te Leiden bleek, dat Adriaen in 1634 uijtlandig (in het buitenland). (De parenteel van Tromper vermeldt, dat hij in Oost-Indie was.) In 1634 waren tot voogden aangesteld zijn oom Balthen Willemsz. van Diemen en zijn "behoude" oom Pieter Pietersz. van Twist. Op 25-09-1635 werd in het Penningboek van de weeskamer 128 gulden bijgeschreven op de rekening van de nog steeds uitlandige zoon Adriaen. |
2. | Pieter Pietersz. (zie VI.2). |
3. | Clementia (Meijnsgen Pietersdr.) van ZUIJTWIJCK, geboren 1605--1610 te Leiden, overleden in/na 1674. Deze dochter, Meijnsgen Pietersdr., heb ik overgenomen uit de Parenteel Tromper van W. van Duin. Dit was een artikel uit de Kronieken, 3e jaargang 1994 nummer 4. Deze werd uitgegeven door de Genealogische Vereniging Prometheus. Zoek nog eens na in: G.A. Leiden, weeskamer, boedel, inv. nr. 326, letter Q, fol. 26. Vermoedelijk was deze dochter dezelfde als Clementia van Zuijtwijck, die in 1658, als jd trouwde met Franck van Coolhoven, weduwnaar van Cristina Pieters van Dusseldorp, wonende aan de Langebrugge. Meijnsgen of Clemeijnse is afgeleid van de doopnaam Clementia. Bij haar huwelijk in 1658 woonde Clementia, jd, in de Wolsteech te Leiden. Zij werd geassisteerd door haar nicht Marijtgen Alderts de Vrij, die in de Haerlemstraet woonde. Clementia trouwde met een weduwnaar van 45-50 jaar oud. Vermoedelijk had zij ook deze leeftijd en kan dus omstreeks 1610 geboren zijn als dochter van Pieter Heinricksz. van Zuijtwijck. Zij erfde van Geertruyt Heyndricksdr van Suijtwijck, weduwe van Pieter Pietersz van Twist op 26-02-1653. Daar stond bij dat Meynsge een "ongehoude" (ongehuwde) persoon was (bonboek Noort Rapenburg, folio 235, scan 285). Op 07-03-1669 was Mansjen Pietersdr van Suijdewijk getuige bij de NH-doop in de Hooglandsche Kerk van Christina, kind van Pieter Coolhoven en Catharina Cooten. Op 15-07-1670 werd het bezit van Meynsge door het Catharina Gasthuis verkocht aan Adriaentge Baltensdr van Diemen. Ondertrouwd op 05-04-1658 te Leiden (getuige(n): Pieter Fransz Speck, bekende van de bruidegom, wonende Haerlemstraet en Marijtgen Alderts de Vrij, nicht van de bruid, wonende Haerlemstraet). Franck van Coolhoven, wonende Langebrugge, bode met de roede, weduwnaar van Cristina Pieters van Dusseldorp en Clementia van Zuijtwijck, jd van Leiden, wonende in de Wolsteech. Het was een gereformeerd huwelijk. (Leiden, Nederlands Hervormd Ondertrouw, inv. 12, folio 113), gehuwd op 22-04-1658 te Oegstgeest. Dit stond in de kantlijn bij het in ondertrouw gaan. Op 18-04-1658 is toestemming verleend om te Oegstgeest te trouwen. Echtgenoot is Franck Jansz. van COOLHOVEN, apothecaris (1636)(1644), bode met de roede van de stad Leiden (1658, 1661), geboren 1610/15 te Leiden. In 1692 is ene Frank van Koolhoven getuige bij een NH-doop (H.K.) te Leiden. Nogmaals in 1698 ene Franck Koolhooven. Zoon van Jan Pouwelsz van COOLHOVEN en Lysbeth Florisdr van STOPENBURCH. Op 30-04-1659 kwam Franck Jans van Coolhoven bij notaris Floris Doude en trad op als getuige (f 102, scan 156-157). Op 16-06-1661 kwam Franck Jans van Coolhoven bij notaris Frans Doude te Leiden (f056 scan 89-90). Verder geen interessante gegevens. Volgens het bonboek te Leiden kocht Franck van Coolhoven op 25-09-1691 een huis in Noort Rapenburch voor 620 gulden. Het werd door hem verkocht op 08-03-1704. {Hij was eerder ondertrouwd op 23-12-1636 te Leiden (getuige(n): Pieter Jansz van Warmont, neef van de bruidegom, wonende Steenschuyr en Haesgen Jacobsdr van Assendelft, zuster van de bruid, wonende Marct). Vranc Jansz van Coolhoven, wonende Nieuwe Beestemarct te Leiden, apotheker en Sijtgen Jacobsdr van Assendelft, wonende Maren in Leiden. (NH-ondertrouw) met Sijtgen Jacobsdr van ASSENDELFT, geboren 1610 te Leiden, overleden na 9-1638. Op 28-06-1635 ondertrouwde NH Pouwels Jans van Coolhoven, vendrager (vaandeldrager) van de stad-schutterie, wonende op de Steenstraet met Marijtgen Willemsdr de Haes, jd, wonende Marendorp. Getuigen: Franck Jansz van Coolhoven, zijn broer en wonende Steenstraet en Catharina Cornelisdr, haar moeder, wonende Marendorp (L 099v). Op 22-09-1638 ging NH in ondertrouw: Jacob Jansz van Teteringe, geboren te Breda, wonende Oude Chingel te Leiden, vleeshouwer met Dircgen van Coolhoven, geboren te Leiden, wonende Marct. Getuigen: Jan Adriaensz van Tetringe, vader uit Breda en namens de bruid: Sijtgen Jacobsdr, schoonzuster. Op 28-04-1639 werd voor notaris Dirck Jansz van Vesanevelt gesproken over de onenigheid tussen Ysenhout Fransz de Bije, de man en voogd van Duijffgen Bartholomeeusdr van Assendelft, enige erfgenaam van Bartholomees Willems van Assendelft en de erfgenamen van Jacob Jansz van Assendelft. Hieronder worden zij genoemd en aangevuld met de vermelde beroepen in deze akte. Vranck van Coolhoven en Nicolaes van Leeuwen Jacobsz werden hier genoemd als voogd over Dirckgen Jacobsdr van Assendelft. Cijtgen Jacobsdr van Assendelft ontbrak in deze akte (f103 scan 199-202). Vreemd? Op 09-08-1640 werd voor notaris Dirck Jansz van Vesanevelt te Leiden de nalatenschap van Jacob Jansz van Assendelft verder geregeld, waarbij werd teruggevallen op akten uit eerdere jaren tot 1606 toe. Hierbij werden de kinderen als volgt genoemd: Claes Jacobsz van Assendelft (brouwer), Claes Adriaensz van der Maes (wijncoper), getrouwd met Haesgen Jacobsdr van Assendelft, Johan van Marcke(n) (lid van de veertigraad der stad Leiden), getrouwd en voogd van Margaretha Jacobsdr van Assendelft, Franck van Coolhoven, (als ten wijve hebbende) getrouwd met Cijtgen Jacobsdr van Assendelt en de ongehuwde Dirckgen Jacobsdr van Assendelft (f189, scan 388-396). Uit de stamboom van de familie Van Assendelft op internet volgde dat Jacob Jansz van Assendelft was getrouwd met Trijntgen Dirks vasn den Beeck. Op 25-03-1647 compareerde Franc Jansz van Coolhoven, apotekaris, wonende te Leiden, voor notaris Kaerl Outerman en gaf aan 200 gulden schuldig te zijn aan Joost Jacobsz van Assendelft. De schuldigerkenning was later doorgehaald en op 23-02-1652 was alles terugbetaald (f038, scan 86-87). Hij was eerder ondertrouwd op 07-07-1644 te Leiden (getuige(n): Pieter Joostensz Warmont, cousijn (neef van de bruidegom), schepen van Leiden, wonende Steenschuijr en Teuntgen Ras, schoonzuster van de bruid, wonende Delfsche Vlieth). Frank van Coolhoven, wonende Marendorp, apotheker, weduwnaar van Cijtgen Jacobsdr van Assendelft en Cristina van Dusseldorp, wonende Delfsche Vliet te Leiden. Echtgenote is Cristina (Pieters) van DUSSELDORP, geboren te Leiden, dochter van Pieter van DUSSELDORP en NN DD. Op 26-06-1625 komt Pieter Willemsz van Dusseldorp bij notaris Cornelis Dircxz van Grotelande voor een attestatie. Verder worden genoemd: Jan Twijlje, lintwerker, 24 jaar, Frans Franckz, backer, geboortich van Duysseldorp, 23 jaar, beiden woonachtig te Leiden. Zij treden op als vertegenwoordiger van Pieter Willemsz van Duysseldorp, die ook te Leiden woont. En mede vanwege de dochter van Garbriel Creetsitz, wonende te Duysseldorp, getuigen en verklaren zij dat Jan Creetsitz, bakkersknecht, wonende te Leiden, geboren te Duysseldorp, is overleden. Ruim derdalf jaar geleden en op komende Alreheijligen dagen drie jaar zijn zij in dienst getreden. Verder staat er dat zij, die de verklaring aflegden, de deposanten, in dienst waren bij Capiteijn Lanscroon, ten dienste van Mansvelt. Zij waren vertrokken via Utrecht naar Emderland. De akte bevat nog enkele details voor de stamboomonderzoeker, die geinteresseerd is in deze namen (f114, scan 268-269). Op 28-11-1667 gaan Willem Pietersz Dusseldorp, weduwnaar, wonende te Amsterdam en Charlotte Willems, jd, wonende te Amsterdam NH in ondertrouw te Leiden. Hierbij is behoorlijke attestatie over gebracht vanuit Amsterdam, waar zij vermoedelijk getrouwd zullen zijn. } |
1. | Meijnsge Baltens (zie VI.7). |
2. | Marijtgen, gedoopt (NH Pieterskerk) op 07-03-1623 te Leiden (getuige(n): Albert Pietersz de Vrij en Aeltgen Hendricks van Zuijdwijck). Als ouders: Balten Willems en Lijsbeth Hendricks van Zuijdwijck. |
3. | Arien, gedoopt (NH Hooglandsche Kerk) op 18-07-1624 te Leiden (getuige(n): Aldert Pieters de Vrij en Aelken Hendricksdr van Suijtwijck). Alleen de vader werd vermeld: Balten Willemsz. |
4. | Ariaentie van DIEME (zie VI.12). |
1. | Arien, gedoopt (NH Hooglandsche Kerk) op 26-09-1649 te Leiden (getuige(n): Laurens Arentsen, Neeltgen Pontsen en Lijsbet Hendricx van Suijderwijck). Ouders: Cornelis Arentsen en Adriaentgen Baltes. Overleden 1649--1650. Vermoedelijk binnen het eerste jaar overleden, omdat het volgende kind weer Ariaen heet. |
2. | Ariaen, gedoopt (NH Pieterskerk) op 09-11-1650 te Leiden (getuige(n): Pons Pietersz van Twist, Ian Arentsz Boudestein, Neeltje Pons IJselstein en Lijsbeth Hendricks van Zuijdwijck). Pons Pietersz van Twist was getrouwd met Meynsgen Baltendr van Diemen. Hun kind werd op 03-11-1645 te Leiden NH gedoopt. |
3. | Cornelia, gedoopt (NH Pieterskerk) op 03-03-1655 te Leiden (getuige(n): Leendert van der Vecht, Maria Boudesteijn en Meijnske van Diemen). |
4. | Cornelis BOUDESTEIJN/BOUTESTEIJN (zie VII.15). |
1. | Pieter Aldersz VRIJ (zie VI.13). |
2. | Jacob Allertsz de VRIJ. Vermoedelijk een juiste gok om hem hier te plaatsen, gezien medegetuigen bij de doop in Leiden dd 10-12-1648 van Allert Spek, zoon van Marijtgen Allertsdr de Vrij. |
3. | Marijtgen Aldertsdr de VRIJ (zie VI.17). |
4. | Maertgen Aldertsdr. |
1. | Allert, gedoopt (NH-Hooglandsche Kerk) op 10-12-1648 te Leiden (getuige(n): Jacob Allertsz de Vrij, Elizabeth Hendriks van Zuijtwijk en Meinsje Pieters van Zuydwyk). |
1. | Sijmontgen Joosten van WASSENAAR (zie V.14). |
2. | Adriaen van ZUITWIJCK (van Wassenaar), geboren 1590--1600. Ook Adriaen Joostensz. van Wassenaar. Verder kwam Adriaen Joostensz. van Wassenaar op 02-12-1628 te Rijnsburg voor de Bailliuw, Schout en Schepenen, omdat hij een speciale procuratie had van zijn zwager Jacob van Belle, die was getrouwd met zijn zuster Aeltgen Joostendr. van Zuijdwijk. (Nog eens opzoeken.) In het Oud Notarieel Archief te Rotterdam (inv.nr.184, aktenr.20, blz. 31) kwam ik bij notaris Jacob Cornelisz. van der Swan het volgende tegen. Op 17-03-1629 machtigt Jacob van Belle, man van Aeltgen Joosten, zijn zwagers, zoons van Joost Ariensz. van Zuydwijc en Maertgen Simonsdr., om aan Arien Joosten een stuk land over te dragen dat hij van de broers van Van Belle heeft gekocht. |
3. | Bruijn(tgen) Joosten (zie V.17). |
4. | Dieuwertgen Joostendr. Geboren 1595-1605 te Rijnsburg? Gehuwd met Willem Pietersz. CLINCKENBERCH. |
5. | Aeltgen van ZUITWIJCK (zie V.23). |
6. | Maritgen Joostendr. (Maertgen) van SUIJTWIJCK (zie V.25). |
7. | Jannetgen Joostendr. van WASSENAAR. Gehuwd met Aerent Adriaensz. Hij komt van Katwijk. |
8. | Lijsbeth Joostendr. van WASSENAAR. Op 08-02-1626 werd Leuntgen NH-gedoopt in de Hooglandsche Kerk te Leiden. Zij was een dochter van Pieter Simonsz (en moeder niet vermeld). Als getuigen werden genoemd: Aecht Simonsz van Noortwijck en Lijsbeth Joosten van Suijdtwijck (scan 184). Deze laatste doopgetuige zal dezelfde zijn als voornoemde persoon met de achternaam Wassenaar. Gehuwd met Maerten GARBRANTSZ. Hij woonde in 1628 te Valckenburch. Grietje Garbrands is doopgetuige met Aechje Simons en Pieter Simonsz bij de NH-doop in de Pieterskerk van Simon, zoon van Willem Simonsz op 30-09-1644 te Leiden. |
1. | Lysbeth Harmens. Gehuwd op 07-05-1645 te Rhijnsburgh met Pieter Cornelissen van der KLEIJ. |
1. | Joost Bruijnen van WASSENAAR (zie VI.21). |
1. | Maria (zie VI.24). |
2. | Mari, gedoopt (Gereformeerd) op 14-04-1630 te Rotterdam (getuige(n): Pieter van Bellen en Maertgen Sijmons). Als moeder werd genoemd: Aeltgen van Belle. |
3. | Levinesge (zie VI.27). |
4. | Josijna, gedoopt (Gereformeerd) op 15-12-1637 te Rotterdam (getuige(n): Ariaen van Eennert en Rebecka van Belle). Als ouders werden vermeld: Jacop van Bbelle en Aeltgen N.n. |
5. | Josua, gedoopt (Nederduitsch Geref.) op 15-12-1637 te Rotterdam, overleden in/vr 1729. Ondertrouwd op 26-05-1675 te Rotterdam. Josua van Belle, jm, wonend: Amsterdam en Yda C., jd, van Rotterdam. Gereformeerd. Gehuwd op 37-jarige leeftijd op 29-06-1675 te Rotterdam. Josué van Belle, jm en Ida Catharyna van der Meyden. Zij trouwden in de Waalse Kerk. Echtgenote is Ida Cathrina van der MEIDE, 16 jaar oud, gedoopt (Gereformeerd) op 16-08-1658 te Rotterdam (getuige(n): Daniel van Hogendorp en Ida Maria Hooft), begraven op 02-03-1729 te Rotterdam op 70-jarige leeftijd. Zij was weduwe van Josua van Belle. Verder stond er: Franse kerk eijge (graf?); overledene liet 4 meerderjarige kinderen na; Hoogstraat; 4 uur beluijt. Dochter van Johan van der MEIDE en Machtelt HOOFT. Jozua van Belle werd in 1676 schepen van Rotterdam. In 1676 werd bij de doop van hun zoon Jan vermeld, dat Jozua van Belle was: vrijheer van 't Hubreghts gereght en Heer van 't Noortwaddinxveen. In 1680 werd bij de doop van hun zoon Josua vermeld: vrijheer van St. Huibert; ambachtsheer van Noort Waddingsveen, raedt en vroetschap deser stadt en bewindthebber van de Oost-Ind. cie. In 1682 werd Josua van Belle genoemd als mede-erfgenaam van oud-burgemeester Johan van der Meijden (zijn schoonvader). In 1684: Seigneur de Waddinxveen et Zleewijck, Conseiller de cette ville. In 1687:vrijheer van St. Huijbert, Hr van Noordt Waddingsveen, vroetschap deser stadt. In 1688: Seigneur de St. Hubregt Waddinxveen Sleewijck etc. Jozua van Belle werd in 1705 burgemeester van Rotterdam. |
6. | Alie, gedoopt (gereformeerd) op 11-03-1640 te Rotterdam (getuige(n): Pieter Jansse Clut en Lievintie Kerckhove). Als moeder stond vermeld: Alie van Belle. |
7. | Pieter, gedoopt (gereformeerd) op 09-03-1642 te Rotterdam (getuige(n): Nicolaes van den Kerckhove, Pieter van Belle, Maergriete van Belle en Levientie van den Kerckhove). Als ouders werden vermeld: Iacob van Belle en Aeige van Belle. |
8. | Johannes, gedoopt (gereformeerd) op 26-01-1645 te Rotterdam (getuige(n): Nicolaes Kerckhoven en Abigael Marckus). De moeder werd Aeltgen Joosten genoemd. In 1687 werd Jan van Belle als schipper genoemd in het Oud Notarieel Archief van Delfshaven. Hierin werd hij aansprakelijk gesteld door de Rotterdamse koopman, Jacob Masjeu, inlader van het schip in Londen, voor de schade wegens het niet doorvaren met zijn schip naar Caen in Frankrijk. Van Belle antwoordde, dat hij door het donker, varende vanuit Rotterdam in Delfshaven aan de grond was komen te zitten, en dat hij zodra hij los zou kunnen komen de reis zou voortzetten. In 1697 werd Jan van Belle genoemd als schipper op het schip "De Daniel". |
9. | Huijbartus (Hubrecht), gedoopt (gereformeerd) op 05-02-1647 te Rotterdam (getuige(n): Malijaert van Belle, Marija Verelst en Claertge van Belle). Asl moeder werd genoemd: Aeltge van Belle. Begraven op 21-10-1675 te Rotterdam op 28-jarige leeftijd. Huijbert van Belle, weduwnaer. In 1661 stond in een akte te Rotterdam: Huybrecht van Belle, tresaurier van de diaconije der Gereformeerde kercke. |
10. | Clara (zie VI.36). |
11. | Jacob (zie VI.37). |
12. | Margriet. |
1. | Adriaen Jansz. (zie V.30). |
2. | Lysbeth Jansdr (zie V.34). |
3. | Jannetgen, geboren 1596--1597 te Leiden? Ondertrouwd op 13-04-1633 te Leiden (getuige(n): Aert Jansz van Bodegraven, vader van de bruidegom, wonende te Leyderdorp en Trijntgen Jansdr van Suijtwijck, zuster van de bruid, wonende op de Middelstegraft te Leiden.). Er stond: Dirck Arentsz, jm, geboren te Leyderdorp, wonende op de Middelstegraft, warmoezier en Jannetje Jansdr van Suytwyck, jd, geboren te Leyden, wonende op de Middelstegraft. NH-Ondertrouw voor het gerecht. Gehuwd voor de kerk op 13-04-1633 te Leiden (Gereformeerd) met Dirk Arentsz. van BODEGRAVEN, warmoezier (1633), geboren te Leiderdorp, zoon van Aert Jansz van BODEGRAVEN. |
4. | Marijtgen (Maertgen Jans) (zie V.39). |
5. | Jannetgen (Trijntjen) (zie V.41). |
6. | Gerrit Jansz. (zie V.43). |
7. | Ermpgen van ZUIJTWIJCK (zie V.46). |
1. | Sijtgen Adriaensdr. Geboren 1617 te Leiden, overleden in/na 1689. Ook Chijtgen Ariensdr. van Suijtwijck. Op 12-06-1649 gaat de voljaerde Sijtgen naar de weeskamer te Leiden en haalde daar de goederen op (lichten), die zij hadden bewaard na het overlijden van haar vader en moeder. Zij was jd en woonde in 1650 in de Jan Vossensteech. Op 08-09-1682 is Cijtje Adriaansdr van Zuidwijk met Nicolaas Luidertsz getuige bij de NH doop in de Hooglandsche Kerk te Leiden van Maria Verbrugge, dochter van Abraham Verbrugge en Catharina van Dortmond. Ondertrouwd (1) op 18-11-1650 te Leiden, gehuwd op 04-12-1650 te Koudekerk. Er stond bij de bruid Cijtie Adriaens van Suijdwijk: met attestatie van Leiden. Gehuwd voor de kerk op 18-11-1650 te Leiden (gereformeerd) met Pieter Cornelisz. van VELZEN, warmoesier (1643), geboren 1605. Op 28-09-1643 was Pieter Cornelisz van Velsen 38 jaar. Ook Pieter Cornelisz.van Welsen. Zoon van Cornelis (van VELZEN). Pieter Cornelisz. was bij zijn huwelijk in 1650 weduwnaar van Trijntgen Crijnen. Hij woonde op de Oude Rijn te Leiden. Hij was geassisteerd met Jan Ewoutsz. van Wijck, zijn bekende, die woonde in de Jan Vossensteech. Chijtgen was geassisteerd met haar toekomende schoonzuster Lijsbeth Cornelis. Op 08-02-1651 lezen wij bij notaris Jacob Jansz de Haes te Leiden, dat Pieter Cornelisz van Velsen, commissaris van veerschuijten op de stad Amsterdam, optrad als huurder van een huis met erf, staande op het Amsterdamsche Veer, genaamd "de Voetbooch" (scan 67). Op 01-08-1652 compareerden Pieter Cornelisz van Velsen, commissaris op het Amsterdamse Veer in Leiden en Sijtgen Adriaensdr van Suijtwijck, geechte luijden, voor notaris Cornelis van Berendrecht te Leiden (f127, scan 207-208). Pieter was ziekelijk en Sijtgen was gezond van lichaam en geest. Verder geen personen genoemd. Op 25-11-1658 kwam Pieter Cornelisz van Velsen bij notaris Frans Douden te Leiden. Hij trad op als beëdigd commissaris van de veer vaerschuijten, die voeren van Leiden op Amsterdam (f132, scan 45-46). Voor het eerst een handtekening met van Velzen. {Hij was eerder ondertrouwd op 25-01-1629 te Leiden (getuige(n): Floris Pietersz van Poelgeest, oom van de bruidegom en Neeltgen Crijnen (Knotter?), zuster van de bruid, wonende Marckt.). Pieter Cornelisz van Velsen, jm, wonende op de Hoygraft, warmoesman, ging NH in ondertrouw met Trijntgen Crijnendr, wonende Oude Rijn, weduwe van Jan Gijsbertsz Knotter. Echtgenote is Trijntgen Crijnen, overleden in/na 1643. Zij was hiervoor getrouwd geweest met Jan Gijsbertsz Cnotter. Dochter van Crijn Aelbertsz, schipper, en Marijtien Matheusdr. Op 22-10-1631 waren Pieter Cornelisz van Velsen en Trijntien Crijnendr getuigen bij de NH-doop in de Pieterskerk te Leiden van Cornelis, zoon van Gerrit Antonisz en Lijsbeth Cornelisdr. Op 30-12-1632 koopt Pieter Cornelisz van Velsen, warmoesman, huisraet en inboedel, die daar beschreven wordt (notaris Kaerl Outerman, f 090 scan 228-229). Op 19-01-1636 kwam Pieter Cornelisz van Velsen, warmoesier, voor notaris Jacob Jansz de Haes voor een obligatie van 112 gulden. Hij woonde op de Ouden Rhijn te Leiden in de "drie Aertgens socken" (scan 45-46). De gegevens rondom Trijntgen Crijnen zijn gevonden in het Notarieel Archief te Leiden bij notaris Kaerl Outereman d.d. 17-01-1643 (f 021 scan 60-63). Op 28-09-1643 stond er bij Pieter Cornelisz van Velsen, 38 jaar, wonende te Leiden, warmoesier (NA notaris Jacob Jansz de Haes scan 362). Op 12-09-1645 compareerde voor notaris Willem van Vredenburch te Leiden (acte 131, scan 310-311) Aert Henricxs Kuijl, innewonende burger alhier. Hij gaf te kennen, dat hem van Matheus Pietersse schipper tot Schiedam, uit cope van een kagerschuijt, die hij gekocht had van Jan Thomasz Wittebol en Neeltgen Jeremiasdr van Heuvel gecompeteerd heeft een somme van 700 gulden, die aen hem ten volle zijn voldaen en betaelt conform de gecasseerden custingbrieff daer van overgelevert met bijvoeginge. Verder nog wat over een bijlbrief van de genoemde cagerschuijte, omtrent 6 jaar geleden geleverd enseeckere acte van borchtochte gepasseerd bij Jacob Bartelsz tot Schiedam. Op 20-06-1644 laat Pieter zijn testament opmaken bij notaris Kaerl Outerman (scan 232-234). Voor de ene helft 't Vrouwen Elisabeths Gasthuis en voor de andere helft de kind(eren) van zijn zuster Elisabeth Cornelisdr.} Ondertrouwd (2) op 10-03-1671 te Leiden, gehuwd op 05-04-1671 te Leiden met Nicolaes van HEUSDEN, laeckendrapier, geboren circa 1640 te 't Lant van Limborch. Nicolaes van Heusden, wonende Nieuwe Hogewoert, weduwnaar van Tanneke de Neve, was geassisteerd met Vincent Pieters, bekende van de Bierkaay. De weduwe Sijtge woonde op de Amsterdamsche Veer te Leiden. Zij was weduwe van Pieter Cornelisz van Velsen, geassisteerd met Elijsabeth Arijens van Suijtwijck, haar zuster en Jannetgen Huijberts van Schoonderwoert, wonende in de Koesteech (getrouwd met Willem een broer van Nicolaes). Nicolaes van Heusden was al eerder gehuwd geweest. Als jm, geboren in het Lant van Limborch, lakendrapier, trouwde hij te Leiden met Anna de Neve op 30-03-1663. Hij woonde toen in de Verwerstraat te Leiden. Hij was toen geassisteerd met zijn vader Claes Willemsz, die woonde in de Verwerstraet. De bruid was geboren te Yperen en had als getuige haar zuster Sesyna de Neve van de Hogewoert. Bonboek Marendorp Rijnsijde: Op 27-09-1661 kocht Pieter Cornelisz van Velsen een huis aldaar. Op 20-05-1671 is door Claas Claasz van Heusden, getrouwd met Zijtje Ariaansdr van Zuijtwijk, tevoren weduwe en boedelhoudster van sa. Pieter Cornelis van Velsen dit huis weer. Volgens het bonboek te Leiden kocht Nicolaes van Heussen een huis in Marendorp Rijnsijde op 13-06-1671. Op 20-01-1689 verkocht Sytge Adriaens van Zuijderwijck, getrouwd met Nicolaes Luijten, dit huis weer. Ondertrouwd (3) op 07-02-1682 te Leiden (getuige(n): Abraham Verbrugge, zijn neef van de Ouden Rijn en Lijsbeth Arijens van Suijdwijck, haar zuster in de Claresteegh en Duijfge Goosens, haar bekende op de Marct). Nicolaes Luyters, wonende Ouden Rijn te Leiden, weduwnaar van Maria van Dortmont met Sytge Ariens, wonende te Amsterdamse Veer te Leiden, weduwe van Claes van Heussen. Dit was een NH 0ndertrouw. Echtgenoot is Nicolaes Luyten. Op 08-09-1682 waren Nicolaas Luidertsz en Cijtje Adriaansdr van Zuidwijk getuigen bij de NH-doop in de Hooglandsche Kerk te Leiden van Maria Verbrugge, dochter van Abraham Verbrugge en Catharina van Dortmond. In het bonboek, folio 479v scan 213, stond dat op 20-01-1684 Sijtge Adriaens van Zuijdwijck, als weduwe en boedelhoudster van Nicolaes van Heusden een goed verkocht. Sijtge was toen getrouwd met Nicolaes Luyten. |
2. | Maria Adriaensdr. (zie VI.55). |
3. | Fijtgen Adriaensdr. Geboren circa 1622, overleden in/vr 1636 te Leiden. Fijtgen was vermoedelijk jong gestorven. |
4. | Cornelia Adriaensdr. Geboren circa 1629 te Leiden? Of 1615-1620 in Den Haag? Ook Cornelia van Zuijdtwijck. Ondertrouwd op 25-02-1652 te Den Haag, gehuwd voor de kerk op 02-04-1652 te Den Haag (Groote Kerk) met Simon de HOOGH, herbergier, geboren 1615-1630 te 't landt van Luxemburgh. Simon, jm, was afkomstig van 't landt van Luxemburgh. Hij woonde in 1652 in Den Haag. In 1652 woonde Cornelia in Den Haag. Op 03-08-1656 ging Simon de Hoogh, herbergier in 's-Gravenhage, voljaert en getrouwd met Cornelia Adriaensdr., nagelaten dochter van Adriaen Jansz. van Suijtwijck en Cijtgen Jacobsdr., beiden overleden, naar de weeskamer te Leiden om de goederen te lichten en te ontvangen. |
5. | Lijsbeth Adriaensdr. (zie VI.60). |
6. | Jannetgen, geboren 1638-1639 te Leiden. |
1. | Magdaleentgen, geboren 1624. |
2. | Meijndert, geboren 1626. |
1. | Maerten, gedoopt (Nederlands Hervormd Hooglandsche Kerk) op 20-09-1637 te Leiden (getuige(n): Davidt de Meij en Aegtjen Jans). Alleen zijn vader stond erbij: Gerridt Jansz van Suydtwyck (scan 64). Overleden in/vr 1660. |
2. | Marija Gerrits (zie VI.70). |
1. | Annetgen Jans van PATERSVELT (zie VI.72). |